Afgelopen maanden heb ik, Mette van den Berg, samen met een leerling van het Scala College, Winnie Oussoren, een profielwerkstuk geschreven. Dat was een onderdeel van het Pre-University College-programma. In blok 4 voeren de pre-studenten onder begeleiding van een universitair docent een onderzoek uit. Wij werden begeleid door Marion Pluskota, assistent professor aan de faculteit geschiedenis.
Het onderwerp van ons onderzoek was Goeie Mie, de grootste Nederlandse seriemoordenares. Zij heette eigenlijk Maria Catharina Swanenburg en kwam uit Leiden. Eind negentiende eeuw vergiftigde zij ruim vijftig mensen met arsenicum waaronder veel familieleden en kennissen. Meer dan twintig van hen zijn overleden. Waarom is zij zo beroemd geworden? Hoe is ons beeld van haar in de tijd veranderd? Om deze onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, zijn we naar het archief in Leiden gegaan. We hebben ook gebruikt gemaakt van de beschikbare bronnen uit de Universiteitsbibliotheek. En we hebben een interview gehouden met de oprichtster van ‘Goeie Mie Gin’. Onze hoofdconclusie is dat Goeie Mie beroemd is geworden door veel verschillende factoren. Enkele daarvan zijn dat ze pakkende bijnamen had, dat er kinderen bij haar misdaad betrokken waren en dat ze een vrouw was. Ons beeld van haar is genuanceerder geworden. In het verleden werd Mie bijvoorbeeld omschreven als een “monstrum” en een “onmenschelijke vrouw” en bestonden er veel mythes over haar. In onze tijd zijn veel van deze mythes ontkracht. Haar naam wordt tegenwoordig zelfs voor commerciële doeleinden gebruikt, zoals voor een escaperoom en een ginmerk.
Romein in de klas